De lange buiger van de grote teen is verantwoordelijk voor veel verschillende klachten in voet en enkel. Soms niet eens op de plaats waar deze spier loopt, dit komt omdat de lange buiger van de grote teen ervoor kan zorgen dat het looppatroon verandentent.
Aan de achterbinnenzijde van de enkel zit de spier-peesovergang van de lange grote teenbuiger (de flexor hallucis longus). Deze pees heeft de taak om de grote teen te buigen en speelt een grote rol bij het afzetten van de voet. De pees zit vast aan de onderzijde van het laatste kootje van de grote teen en loopt via de binnenkant van de voet naar de achterkant van de enkel. (Zie tekening .) Aan de achterkant van de enkel vormt de pees zich tot een van de kuitspieren, deze spier ligt diep in de kuit, daarmee bedoelen wij dat de spier dicht tegen het bot aanligt. De pees moet een grote afstand overbruggen, van de grote teen tot achterin de enkel! Dit is al snel 20 tot 24 cm maar langer bij een grote voet en korter bij een kleine voet. Aan de binnenzijde van de enkel glijdt de pees door een tunnel. Deze tunnel bestaat voor een deel uit een begrenzing van bot en voor een deel uit wat we zachte weefsels noemen.
De pees glijdt hierin heen en weer als de grote teen bewogen wordt. Bij elke stap buigen en strekken wij de grote teen zelfs 2 maal. Met name bij het afzetten van de voet is het belangrijk dat de grote teen goed gebogen kan worden en daarna weer gestrekt. Deze beweging is de afzet van de voet. Als de tunnel te nauw is, kan de pees er niet goed doorheen glijden. Daardoor komt de pees te strak te staan als de grote teen omhoog bewogen wordt. Omdat de pees dan strak staat kan de grote teen niet voldoende omhoog buigen. De grote teen is dan alleen ‘stijf’ als de voet op de grond staat en het gewicht op de voet gezet wordt (bijvoorbeeld als de voet belast wordt, zoals bij het lopen gebeurt), en kan wel goed gebogen worden als de enkel ontspannen naar beneden hangt. We noemen dit een functionele stijfheid van de grote teen. Of een functionele hallux limitus. Als deze pees ergens vastloopt, kunnen er allerlei voetklachten ontstaan. Vaak zijn dit klachten die voor de patiënt moeilijk te duiden zijn. Met andere woorden: waar de pijn in de voet zit is lastig met één vinger aan te wijzen.
Als we kijken naar hoe onze voet zich in de loop van de evolutie ontwikkeld heeft, dan is het goed om je te realiseren dat wij, in tegenstelling tot alle andere dieren die op twee benen kunnen lopen, over onze tenen afrollen. Wij zijn dan ook in staat onze grote teen onafhankelijk van de andere tenen te bewegen, dit is gunstig voor de balans en de afzet. Ook is onze voet aan de onderkant hol, dit is de voetboog, tijdens het lopen wordt onze voetboog een beetje hoger, en wanneer we de voet weer neerzetten wordt deze weer lager. ( zie foto) Dit is een uniek mechanisme dat alleen wij als mens hebben, het is in onze evolutionaire geschiedenis het laatst ontstaan en het gaat dan ook wel eens mis! Want om alles goed te laten werken hebben we onder andere een goed bewegend onderste spronggewricht nodig (tussen hielbeen en sprongbeen) en een soepele grote teen. En natuurlijk goed functionerende spieren en pezen.
Pijn aan de buitenzijde van de voet: dit komt omdat er relatief veel gewicht op de buitenzijde van de voet terecht komt. Dit omdat de voet niet meer over de grote teen afwikkelt. De belasting van de voet is minder gunstig en dit kan op den duur pijnklachten geven.
Pijn van het grote teengewricht: de grote teen kan stijf aanvoelen bij bewegen en er kan een bij het grote teengewricht ook een zwelling aanwezig zijn. Een bult, die we ook wel een bunion noemen aan de bovenzijde. Soms lijkt het dan alsof de grote teen scheef staat maar eigenlijk zit de bult meer aan de bovenzijde van het gewricht dan aan de binnenzijde van het gewricht, zoals jij dat ziet bij een scheve grote teen.
Kramp in de voet en de enkel: de pees staat zo strak, dat dit kramp kan veroorzaken. De kramp kan in de voetzool zitten maar ook in de kuit. Kramp kan natuurlijk ook een heel andere oorzaak hebben, zoals een magnesiumtekort!
Instabiel gevoel: normaal lopen we over de grote teen, dat lukt bij een functioneel stijve teen niet. Hierdoor loopt u meer en meer over de buitenzijde van de voet en hoeft er maar een kleine oneffenheid te zijn, om er doorheen te zwikken. Dat zwikken gaat dan richting de buitenzijde van de voet.
Pijn bij slapen: opvallend vaak komen er klachten voor tijdens het slapen. Waarom er juist dan veel pijn is blijft onduidelijk. Maar vaak helpt een nachtspalk die de enkel in een haakse hoek zet ( 90 graden) goed.
Pijn in de voorvoet: dit komt over het algemeen door de overbelasting van de voorvoet, er ontstaat dan eeltvorming onder het midden van de voorvoet. Omdat het afwikkelen over de grote teen niet goed lukt, gaan mensen een beetje draaien op de voorvoet om goed te kunnen lopen.
Pijn van de hiel: wanneer we niet kunnen afwikkelen komt er meer druk onder de hiel te staan. Normaal staan we een beetje op de voorvoet, kijk naar de hardlopers die op de tenen staan om snel weg te komen. Maar wanneer de afwikkeling over de grote teen niet mogelijk is staat ons gewicht meer op de hiel! Soms staat meer dan 40% van het lichaamsgewicht op de hiel!
Er zijn verschillende oorzaken bekend van het vastlopen van de lange buiger van de grote teen. Meestal loopt deze vast in de tunnel die aan de achterzijde van de enkel zit.
Trauma: een veel voorkomende oorzaak is een ongeval. Een ongeval kan een verzwikking zijn of enkelbreuk of hielbeenbreuk. Zelfs een operatie kan de oorzaak zijn. Door het ongeval is er een botsplinter ontstaan die of het kanaal nauwer maakt of ervoor zorgt dat de spier niet meer langs het scheenbeen kan glijden. Ook kan door een ongeval littekenweefsel zijn ontstaan. Vaak ontstaan de klachten pas na een tijdje, wanneer de breuk is hersteld blijven er vaak klachten over dan is het verstandig om te bekijken of het vastlopen van de lange buiger van de grote teen een veroorzaker is.
Aanleg: het kanaal waardoor de pees heen moet glijden kan te nauw zijn, dan past de pees er niet goed doorheen. Ook kan de spier erg groot zijn dan moet er te veel volume door het kanaal. Een combinatie van beide kan natuurlijk ook. Het kanaal kan ook nauwer zijn geworden door extra botvorming aan het sprongbeen (zie tekening). Hierdoor veroorzaakte klachten kunnen al optreden tijdens de tienerleeftijd. Wanneer de klachten optreden heeft vaak te maken met de ernst van het ‘vastlopen’ en in hoeverre de voet in staat is voor het probleem te compenseren.
Behandeling: in eerste instantie bestaat die uit oefeningen, gericht op het rekken van de spier/pees en op de verbetering van de balans. U kunt zelf al beginnen met deze oefeningen. Fysiotherapie kan ook helpen, de fysiotherapeut kan het onderste spronggewricht losmaken en u helpen de oefeningen goed te doen. Daarnaast is het goed om op de blote voeten (of met kousen/sokken aan) te lopen, veel van onze schoenen blokkeren eigenlijk de normale beweging van de voet.Schoenen lopen vaak lekker maar zijn voor de voetspieren niet altijd het beste.
Verbeteren van het looppatroon: wanneer de lange buiger van de grote teen te strak staat veranderd het looppatroon. Deze verandering geeft verschillende klachten en natuurlijk is dit niet bij iedereen hetzelfde, een aantal trends. Tijdens het lopen zetten we ons af, bij klachten van de lange buiger van de grote teen niet, daarom wordt het been veel verder naar voren gezet. Omdat de afzet matig is zien we vaak een grotere beweging in de enkel zelf. Wat verder opvalt is dat de tenen in de rust fase, dit is wanneer ze tijdens de stap niet op de grond staan, vaak erg omhoog getrokken worden. Wanneer dit gebeurt span je de voet actief aan tijdens een fase van het lopen waarbij de voet juist ontspannen zou moeten zijn. Bij de Bergman Clinics in Naarden, verrichten we daarom ook vaak een loopanalyse om beter te begrijpen wat er in het looppatroon niet goed gaat en hoe we dat zouden kunnen veranderen.
Een nachtspalk of strassburgerkous kan ook helpen bij het oprekken van de spier.
Bij aanhoudende klachten kan besloten worden om een operatie uit te voeren. Wanneer het verstandig is om te opereren hangt van de klachten af. Soms zit de lange buiger van de grote teen vast, maar komt dit door een ander probleem, dan moet er wat aan het andere probleem gedaan worden. Dit betekent dat er altijd eerst aanvullend onderzoek (röntgenfoto, vaak ook een MRI) gedaan wordt. Daarnaast doen we soms ook een looponderzoek, dit geeft ons veel informatie over de belasting op de hiel maar ook over het functioneren van de achtervoet.
Wanneer de diagnose duidelijk is, zal in overleg besloten worden om te opereren, dit kan via een kijkoperatietechniek aan de achterzijde van de enkel. Voor meer informatie zie kijkoperatie.